Internationaal arbeidsrecht

Door de grote krapte op de arbeidsmarkt kan het interessant zijn om werknemers uit het buitenland aan te trekken. Maar welk recht is van toepassing...

Lees meer

Modernisering Ziektewet

Inleiding Per 1 januari 2013 is de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (wet BezaVa, ook wel Modernisering Ziektewet genoemd) in werking getreden. Deze inwerkingtreding...

Lees meer

Ouderschapsverlof vanaf 2 augustus 2022

Betaald ouderschapsverlof voor mijn werknemer Ouders met een arbeidsovereenkomst kunnen vanaf 2 augustus 2022 betaald ouderschapsverlof opnemen en daarvoor een uitkering van het UWV krijgen....

Lees meer

Modernisering Ziektewet

Inleiding

Per 1 januari 2013 is de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (wet BezaVa, ook wel Modernisering Ziektewet genoemd) in werking getreden. Deze inwerkingtreding leidt ertoe dat werkgevers tot maximaal twaalf financieel verantwoordelijkheid blijven voor (1) medewerkers die ziek uit dienst treden en (2) medewerkers die binnen vier weken na het eindigen van het dienstverband ziek worden.

Na een uiteenzetting van de financiële verantwoordelijkheid voor de werkgever (paragraaf 2) komt vervolgens de vaststelling premieopbouw aan de orde (paragraaf 3); ik sluit af met praktische werkgevertips (paragraaf4).

Financiële verantwoordelijkheid

In de inleiding (paragraaf 1) heb ik het over een financiële verantwoordelijkheid tot wel twaalf jaar. Deze twaalf jaar bestaat uit twee delen. Het eerste deel bestaat uit maximaal twee jaar Ziektewet voor de werknemer die binnen vier weken na uitdiensttreding ziek wordt. Is hij na deze twee jaar nog niet geïntegreerd dan volgt -afhankelijk van de arbeidsongeschiktheid- een WGA/WIA-uitkering voor de duur van maximaal tien jaar. Samen bedraagt de financiële verantwoordelijkheid dan 12 jaar.

De werkgever draagt deze financiële last door middel van de gedifferentieerde WGA/WIA-premie.

In de Wet BeZaVa worden werkgevers ingedeeld in drie klassen van grootte:

  • Kleine werkgevers
  • Middelgrote werkgevers
  • Grote werkgevers

Deze indeling is bepalend voor de wijze waarop de gedifferentieerde premie wordt berekend.

Een werkgever wordt aangemerkt als klein indien hij een loonsom heeft van minder dan 25 keer het gemiddelde premieplichtig loon per werknemer, berekend over alle werknemers in Nederland.

Bij een loonsom tussen de 25 en 100 keer het gemiddelde premieplichtig loon per werknemer wordt een werkgever beschouwd als middelgroot.

Wanneer de loonsom 100 keer het gemiddelde premieplichtige loon is, wordt een werkgever aangemerkt als groot.

De grens tussen klein/middelgroot bedraagt 25 keer € 35.300 = € 882.500

De grens tussen middelgroot/groot bedraagt 100 keer € 35.300 = 3.350.000

Kleine werkgevers dragen premies af op sectorniveau. Premies worden enerzijds afgedragen voor de ZW en WGA/WIA. Middelgrote werkgevers dragen een gewogen gemiddelde van zowel de sectorpremie als de eigen individuele premie, gebaseerd op de instroom van zieke werknemers in de Ziektewet of WIA/WGA. Grote werkgevers dragen premies af op basis van hun eigen instroom.

Vaststelling premieopbouw

Voor de vaststelling van de gedifferentieerde premie wordt twee jaar teruggekeken, voorafgaand aan het betreffende jaar. In 2023 betreft het dus zieke werknemers van wie de arbeidsovereenkomst is geëindigd op en na 1 januari 2021.

Het is daarom voor de werkgever van belang om in de administratie goed bij te houden welke werknemers ziek uit dienst gaan. Zo kan de door de Belastingdienst gezonden lijst met werknemers op juistheid gecontroleerd worden. Het komt namelijk nog weleens voor dat het UWV een werknemer aan een verkeerde werkgever koppelt en dit vervolgens onjuist doorgeeft aan de Belastingdienst.

De Belastingdienst stuurt ieder najaar een brief aan werkgevers over de hoogte van de premies voor het aankomende jaar. Stelt de werkgever vast dat het overzicht van de Belastingdienst niet klopt, dan kan de werkgever binnen zes weken in bezwaar bij de Belastingdienst.

Tips

Naast het bijhouden van een goede administratie van de zieke werknemers die uitdienst treden is het verder van belang alert te zijn op werknemers die binnen vier weken na beëindiging van het dienstverband ziek worden. Vanaf dat moment is het UWV belast met de re-integratie en u bent financieel verantwoordelijk zonder dat u invloed kan uitoefenen op de re-integratievoortgang. Zorg er daarom als werkgever voor dat u blijft volgen of en hoe het UWV de re-integratie oppakt. Indien dit niet (serieus) gebeurt, kunt u eventueel stappen ondernemen.

Verder doen grote en middelgrote werkevers er verstandig aan geen beëindigingsovereenkomst te sluiten met werknemers die ziek zijn. Bij zieke werknemers van wie de tijdige arbeidsovereenkomst eindigt, is het verstandig te overwegen om -indien mogelijk- deze nog voor bepaalde tijd te verlengen. Om zo te voorkomen dat alle grip op de re-integratie verloren gaat.

Heb je hier vragen over de wet BeZaVa of heb je andere vragen? Neem gerust contact met mij op, ik ben je graag van dienst.